John Körmeling
De kijk mij eens fijn bezig zijn kunst. De als het maar ver weg is kunst. De romantiek van het kladblaadje kunst. In Een goed boek (1994), waarin een overzicht van zijn werk te zien is, somt John Körmeling (Amsterdam, 1951) verschillende soorten kunst op. Naar eigen zeggen maakt hij zelf de ja maar zo kan ik het ook kunst.Körmelings werk wordt vaak onconventionele bouwkunst genoemd. Hij begeeft zich op het snijvlak van beeldende kunst, architectuur en design. Functionaliteit en een humoristische spitsvondigheid kenmerken zijn werk.
In 1999 realiseert hij Drive-in Wheel, een reuzenrad waar je met de auto in kunt rijden, ware het een parkeerplek. Ruimte, mobiliteit en verplaatsing zijn terugkerende thema’s. Een goed voorbeeld is Parkeerkleed (1991). Een donker tapijt van ongeveer 2,5 bij 5 meter, wit omlijnd en met een witte ‘P’ in het midden. Het kleed kun je oprollen, meenemen in je auto en uitrollen als je ergens wilt parkeren: een mobiele parkeerplek.
Körmeling wil de dingen niet zo streng scheiden: kermis combineren met constructivistische architectuur en bouwstijlen als de Nieuwe Zakelijkheid en het Nieuwe Bouwen. “Feest in een gebouw als je dat mixt.” Hij is van mening dat er, juist door verschillende elementen met elkaar te vermengen, ruimte vrij komt. Ruimte om te creëren, ruimte om te denken.
Happy Street, Körmelings ontwerp voor het Nederlandse paviljoen op de Expo 2010 in Shanghai, is kenmerkend voor zijn filosofie. Het thema van deze wereldtentoonstelling, Better City, Better Life, begint volgens Körmeling bij een goede straat. Dus staat in Happy Street, aan een weg die achtbaan aandoende lussen maakt en als wandelpad voor de bezoekers dient, Hollands beste architectuur – in de ogen van Körmeling. Onder meer het filmhuis Cineac van Jan Duiker, de Amsterdamse Citroëngarage van Jan Wils en een doorzonwoning van Huig Maaskant. De ruimte in de gebouwen wordt gebruikt om de diversiteit aan Nederlandse kunst en cultuur tentoon te stellen. Happy Street heeft zelfs een souvenirwinkeltje met op de rand van het dak, in knipperende kermisletters, een beschrijving van het Nederlandse landschap: zon wolk zand zee gras koe mens huis boom bal.
Körmeling over Happy Street: “[Een] gigantische snijkop van die zandzuiger van Boskalis en een eindje verderop heb je Nijntje in een huis dansen. Dat hele ruige zeewerk en zo’n grappig konijn wat groot succes heeft. Die totaal verschillende dingen gewoon knal tegen elkaar dat vind ik erg goed. Dan begin je pas een beetje te denken.”
Körmeling studeerde architectuur aan de Technische Hogeschool Eindhoven (1969-1981). Zijn werk werd geëxposeerd in onder andere De Pont (Tilburg), het Van Abbemuseum (Eindhoven), Z33 (Hasselt) en het Middelheimmuseum (Antwerpen).
Walter Stokman
Walter Stokman (1966) studeerde aan de kunstacademies van Rotterdam en Breda. Hij debuteerde in 1994 met zijn documentaire zoektocht naar Sly Stone. Sindsdien maakt hij documentaires en werkt hij tevens als freelancer voor verschillende programma’s van voornamelijk de VPRO. Zijn documentaires worden vertoond op festivals over de hele wereld en hebben verschillende prijzen gewonnen zoals in Berlijn en New York (Based on a True Story, 2005) en in Venetië (Scena del Crimine, 2010). Stokman verwierf bekendheid met 'ASH World Wide Suicide' (2002). Voor deze film ontving hij een Gouden Kalf. Hij won in 2006 het Gouden Beeld voor zijn film Beautifiul in Beaufort Wes. Recenter werk is Dirty Window (2012) en zijn Teledoc Adelborsten (2014).